Toen ik vorig jaar in Hong Kong was kwam ik te cute buns in de vorm van varkentjes tegen.
Sindsdien speel ik al met het idee om zelf eens een keer Aziatische buns in de vorm van een beestje te maken. En gisteren had ik opeens zo’n zin in een bao dat ik besloot dit lang uitgestelde project te realiseren.
Bao in de vorm van dieren
De bao’s die ik bij dim sum restaurant Yum Cha in Hong Kong heb gegeten hadden roze accenten of de bun was roze, maar ik wilde perse geen chemische kleurstoffen gebruiken. En ik ben nog op zoek naar wat voor natuurlijke ingrediënten ik kan gebruiken om het deeg roze te kleuren, dus ik besloot zwart deeg te maken. Ik kon namelijk zwarte sesam gebruiken om het deeg te kleuren en met wit en zwart deeg kon ik een panda maken. Een pandabun 🙂 Hoe leuk!
Recept voor 8 pandabuns
Ik ben gek op bao’s. Zowel gevulde als buns zonder vulling. Vooral als ze net vers uit het stoommandje komen. Pfff dan heb je me hoor. Omdat ik me wilde focussen op de buitenkant van de bao, namelijk dat het enigszins op een panda zou lijken besloot ik de vulling even te laten voor wat het is. Even doorschuiven naar fase 2 zeg maar. Baby steps right? Dus hieronder het recept voor ongevulde pandabuns.
Ingrediënten pandabuns:
- 300 gram bloem
- 4 gram droge gist
- 3 theelepels suiker
- 1 eetlepel zonnebloemolie (of arachideolie of een andere smaakloze olie)
- snufje zout
- ongeveer 160 ml water
- bakpapier (in vierkantjes van 4x4cm geknipt)
- 3 eetlepels zwarte sesam
- twee grote vellen plasticfolie
Zo maak je de bao’s
Doe de bloem, gist, suiker en olie in een grote kom en roer alles goed door elkaar. Doe er steeds een beetje water bij en kneed alles goed door elkaar. Let op! Het kan dat je minder of juist meer water nodig hebt dan 160 ml. Het ligt eraan hoe de luchtvochtigheid is in je keuken. Dus let bij het laatste beetje water er goed op of je deeg wellicht niet al nat genoeg is. Kneed het deeg ongeveer 10 minuten. Het deeg hoort elastisch en soepel te zijn, maar het moet niet plakkerig zijn.
Haal een bol van ongeveer een diameter van vijf centimeter van het deeg af en leg het onder een plastic folie. Verdeel de rest van het deeg vervolgens in acht gelijk delen. Leg de acht stukjes deeg ook onder een plastic folie en sluit het goed af. Op deze manier voorkom je dat het deeg uitdroogt.
Pak één van de acht stukjes deeg en rol het tot een lange rol. Vouw vervolgens de uiteinden naar het midden en rol het weer tot een lange rol. Herhaal dit proces drie keer. Door dit te doen zorg je ervoor dat er geen luchtbellen in het deeg komen.
Rol vervolgens het deeg tot een bal en druk het plat. Duw met je duim één kant naar beneden en vouw met je vrije handpalm het deeg over het midden. Draai het deeg en zorg dat je alle randen naar het midden hebt gevouwen. Deze techniek zorgt ervoor dat je bun een mooie ronde buitenkant krijgt. En dat wil je 🙂
Draai het bolletje om en vorm het tot een beetje een hoge smalle bol. Het deeg gaat nog rijzen in de breedte, dus maak het bolletje nog niet te plat en breed.
Leg het bolletje op een stukje bakpapier en onder het tweede velletje plasticfolie. Doe hetzelfde met de overige stukjes deeg.
Nu ga je de bolletjes laten rijzen in de stoompan. Doe dit in twee etappes. Pak vier bolletjes, bestrijk de buitenkant met wat water en leg de bolletjes in de mand en zet de deksel op de pan. Het vuur is nog niet aan!
Maal de sesamzaadjes fijn in een vijzel. Neem het stukje apart gehouden deeg en rol dit door de zwarte sesampoeder en blijf kneden totdat je zwart deeg hebt. Maak 16 kleine bolletjes met een diameter van ongeveer 1 cm (dit worden de oren) en 16 iets kleinere bolletjes (ongeveer een diameter van 0,8 cm) en druk deze plat (dit worden de ogen).
Plak de oren en ogen op de vier bolletjes. Stoom de pandabuns in 8 minuten op matig vuur met de deksel op de pan!

De buns zijn klaar als de hoofdjes dik en glanzend zijn geworden.


Ik eet de buns gewoon zo op, maar je kunt ze ook dippen in een chilisaus. Ik ga binnenkort de buns maken met een vulling. Wanneer ze goed gelukt zijn zal ik het recept weer delen. Maan maan sik!
